We bouwen een Fairlie chassis (2001)

Jan van Mourik

Jaren geleden heb ik een onderstel gebouwd voor een Fairlie stoomloc (met twee drijfwerken en een dubbele ketel), losjes gebaseerd op een loc van de Ffestiniog Railway in Wales. Bij de bouw ben ik uitgegaan van een tweetal chassis van de 2-assige N-spoor stoomloc van Fleischmann Piccolo.

M.A.Polet, 1980

Nadat de kap is afgenomen, wordt de motor verwijderd. Deze kap hebben we nog nodig, dus die leggen we even opzij. Vervolgens heb ik de onderstellen helemaal gesloopt, waarbij tevens de motorsteun (incl. de koppelingsschacht achter) wordt afgezaagd (deze hebben we later nog nodig); tevens wordt van de motoras de worm verwijderd.

Uiteindelijk blijven zo alleen het onderstel met wormwiel, assen, drijfstangen en de frontkoppeling over. Van de kap wordt een groot gedeelte afgezaagd (het gehele machinistenhuis, alle ketelappendages etc.); we houden alleen het gedeelte over waarin zich het tapgat bevindt, waarmee de voormalige kap via een bout aan het onderstel is bevestigd, plus een gedeelte van de voormalige watertanks.

Dit gedeelte van de voormalige watertanks dient vooral voor de stevigheid en om de radio-ontstoring te beschermen. Van boven af hebben we nu een vrij zicht op het wormwiel.

Van twee stukjes printplaat (pertinax of epoxy) en één motorsteun maken we een subframe waarin de motor precies past; ook het elektrische contact met de motor verloopt via dit printplaatje/subframe. Op de foto is het subframe goed te zien; zoals uit deze foto blijkt, heeft de motor aan beide zijden een uitgaande as, terwijl dit bij het oorspronkelijke model niet het geval is.

Dit is als volgt gerealiseerd: na het verwijderen van de worm, heb ik de motor met zijn achter-lager op de bankschroef gezet (bekken iets meer open dan de asdiameter). Vervolgens wordt, aan de kant waar de worm zat, met de hamer een flinke tik van boven op de motoras gegeven, zodat de gehele as een stukje naar beneden schuift t.o.v. anker en collector. Er zit een risico in dat de boel niet meer wil draaien, maar als het wel lukt, heb je nu een motor met aan beide kanten een uitgaande as. De verbindingsmoffen en het vliegwiel komen uit de rommeldoos. Deze zijn gemaakt van geïsoleerde wielen van een vroegere H0-loc incl. kunststof busje. Bij één wiel heb ik simpelweg de aanwezige flens weggevijld => het vliegwiel met mof, bij de andere heb ik het wiel van het kunststof busje verwijderd en alleen het busje gebruikt als verbindingsmof. N.B. Als hier ook een vliegwiel zou worden geplaatst, kan de motor achteraf niet meer los worden geschroefd van de motorsteun, let hier dus op.

De beide verlengassen zijn 2 spijkers van exact de juiste diameter, die 3 - 5 mm onder de kop een aantal kleine ribbeltjes hebben, waar prima de worm op gefixeerd kan worden, zodat deze goed vast zit op de (spijker) as. Op de foto zijn de beide assen nog niet correct in de kunststof koppelmoffen geschoven (het geheel moest nog uit elkaar) en de beide wormen zitten ook nog niet op de juiste plaats (i.e. precies onder de gaten voor de draaipunten).

Het draagframe is gemaakt van 1 mm plaatstaal en bestaat uit 2 gelijke delen, welke, na in de juiste vorm te zijn gebogen, aan het printplaat/subframe zijn gesoldeerd. Om dit geheel aan de draaistellen te bevestigen zijn 2 extra plaatjes gemaakt; deze worden aan elk draaistel bevestigd d.m.v. een boutje in een nieuw, daarvoor getapt gat met draad M2.

Hieronder is een uitslagtekening gemaakt van een helft van het frame; voor een compleet frame dienen 2 van dergelijke framehelften te worden aangemaakt. In deze figuur is tevens het hulpplaatje te zien waarmee één kant van het frame aan een draaistel wordt bevestigd. Ook hiervan zijn 2 exemplaren nodig.

De tekeningen zijn niet op schaal. In de onderste is schematisch aangegeven hoe het frame en het hulpplaatje aan elkaar dienen te worden bevestigd, en hoe de rest van motor en assen dient te worden geplaatst.

Met de bout M2 wordt het hulplaatje bevestigd aan een draaistel (in het extra getapte M2-gat). Voorts is het belangrijk dat de worm op de motoras zich precies onder het draaipunt bevindt, dat wordt gevormd door het M3 gat van het hulpplaatje, het M3 gat van het frame en de bout en moer M3.

De M3 bout en moer dienen met contactlijm (of verf) geborgd te worden en wel zodanig, dat het frame ten opzichte van het hulpplaatje vrij kan bewegen, ook enigszins in vertikale richting. Het wormwiel van een draaistel wordt op deze manier aangedreven door de worm op de verlengde motoras, terwijl het draaistel toch over een vrij grote hoek naar links en rechts beweegbaar is onder de worm. Het gehele samenstel van draaistellen en motorframe is uitstekend in staat om de kleinste boogstralen van spoor N (R = ca. 19 cm) te volgen, zonder ontsporingen en geen noemenswaardig snelheidsverlies.

Als laatste een foto van het samengebouwde onderstel, en (2014) de daarmee gemaakte locomotief.

Meer foto's